HP Officejet 4620 - Informatie over inktcartridges en de printkop

background image

Informatie over inktcartridges en de printkop

Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges
als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.

De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
inktcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.

Als u een inktcartridge moet vervangen, wacht dan tot u beschikt over een nieuwe
inktcartridge om te installeren voordat u de oude cartridge verwijdert.

Let op Laat de inktcartridge niet voor een langere periode buiten de printer.
Dit kan leiden tot beschadiging van de zowel de printer als de inktcartridge.

Haal inktcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.

Bewaar de inktcartridges in dezelfde richting als waarin de verpakkingen in de
winkel hangen of, als ze uit de doos zijn, met het label omlaag.

Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie De printer uitschakelen voor meer
informatie.

Bewaar inktcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).

U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar
wordt, maar een aanzienlijke afname van de afdrukwaliteit kan het gevolg zijn van
een of meerdere lege cartridges. Het kan ook het gevolg zijn van een verstopte
printkop. Mogelijke oplossingen zijn het controleren van de geschatte inktniveaus in
de cartridges en het reinigen van de printkop. Het reinigen van de printkop
verbruikt enige inkt.

Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de cartridges.

Werken met inktcartridges

77

background image

Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.

Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
printer lekt of dat de printer beschadigd raakt:

Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de knop Aan/Uit. De printkoppen
moeten aan de rechterkant van de printer in het onderhoudsstation worden
geplaatst. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.

Zorg ervoor dat u de inktcartridges en de printkop op hun plaats houdt.

De printer moet vlak worden getransporteerd; het mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.

Verwante onderwerpen

De geschatte inktniveaus bekijken

Onderhoud aan de printkop